Naar gezonde waterlopen in Vlaanderen: rioolwaterzuiveraar Aquafin start eerste nazuivering voor micropolluenten op
Met tussentijdse deadlines moeten alle grote rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) en kleinere installaties die lozen in kwetsbare gebieden, tegen eind 2045 in staat zijn om een breed spectrum aan microverontreinigingen te verwijderen. Dat stelt een herziene Europese Richtlijn. Hiervoor is een bijkomende, quaternaire zuiveringsstap nodig. In Vlaanderen nam rioolwaterzuiveraar Aquafin vandaag zo’n eerste extra nazuivering als proefproject in gebruik in Aartselaar.

Aquafin zuivert in Vlaanderen 87% van al het huishoudelijke afvalwater volgens de geldende Vlaamse en Europese normen. Daardoor is de kwaliteit van het oppervlaktewater er sterk op vooruit gegaan de laatste decennia. Maar het klassieke zuiveringsproces breekt niet alle verontreinigende stoffen in het afvalwater af. Een hele reeks micropolluenten, waaronder residuen van geneesmiddelen en cosmetica, komen daardoor in de waterloop terecht. Zelfs in kleine hoeveelheden kunnen ze schade aanrichten aan het ecosysteem en het waterleven: hormonale verstoringen en gedragsveranderingen bij vissen, verstoorde algengroei, ontwikkeling van resistente bacteriën in het milieu, … En aangezien oppervlaktewater soms als basis dient voor drinkwater, zijn micropolluenten ook een aandachtspunt in het drinkwaterproductieproces.
Proefproject met het oog op kosteneffectiviteit
De herziene Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA) vereist tegen eind 2045 de bijkomende zuivering van micropolluenten in twee types van rioolwaterzuiveringsinstallaties:
- Zuivering ≥ 150.000 inwonersequivalenten (IE)
- Zuivering van het afvalwater uit agglomeraties ≥ 10.000 IE, met lozing in risicogebied
De deadline van 2045 klinkt misschien veraf, maar er zijn ook concrete tussendoelen: tegen 2033 moet 20% van de grootste RWZI’s en 10% van de RWZI’s die het afvalwater zuiveren uit agglomeraties van meer dan 10.000 IE al een quaternaire zuivering hebben. Tegen 2039 moet voor beide categorieën al 60% gerealiseerd zijn.
De Vlaamse Milieumaatschappij en Aquafin wachtten de herziening van de ERSA niet af om actie te nemen. Als voorbereiding startten we in 2017 al met de plannen voor een eerste proefproject voor een quaternaire zuivering op RWZI Aartselaar. Zo doen we in Vlaanderen de kennis op die nodig is om de komende decennia installaties te bouwen die op de meest kosteneffectieve manier micropolluenten verwijderen.
De installatie in Aartselaar combineert twee technieken: ozonisatie en actiefkoolfiltratie. Ozon breekt de micropolluenten af, bij actiefkool hechten de stoffen zich aan het kool. Geen van deze technieken is nieuw, wel uitzonderlijk is de combinatie ervan op volle schaal. Minister Jo Brouns: “Vlaanderen is misschien niet de eerste in Europa om micropolluenten uit het afvalwater te halen. We behoren wel tot de koplopers met de combinatie van deze technieken. Dat innovatie één van Vlaanderens sterktes is, bewijst dit project nog maar eens. Het zal ook nodig zijn om onze waterlopen weer gezond te maken. En natuurlijk winnen we er ook als mens bij om weer te kunnen genieten van zuiver water.”
Risicoanalyse nodig voor agglomeraties ≥ 10.000 IE
De quaternaire zuivering komt na een primaire mechanische, secundaire biologische en tertiaire (verwijdering van fosfor en stikstof) zuiveringsstap. Op jaarbasis zal ze 75% van al het afvalwater dat toekomt op de RWZI behandelen.
Op dit moment weten we nog niet op hoeveel RWZI’s in Vlaanderen een quaternaire zuivering moet komen. Maar minstens op de zes grootste (Gent, Brugge, Oostende, Antwerpen-Zuid, Deurne en Leuven), waarvan er één al in 2033 operationeel moet zijn en vier in 2039. Voor de kleinere installaties moet er nog een risicoanalyse gebeuren om te bepalen of ze hun afvalwater in kwetsbaar gebied lozen.
“Eind 2030 moet Vlaanderen een lijst klaar hebben van de RWZI’s in deze categorie die een quaternaire zuivering moeten krijgen,” volgens Jan Goossens, CEO van Aquafin. “Deze eerste installatie in Aartselaar biedt ons de kans om veel kennis en ervaring op te doen met de gebruikte technieken, zowel wat efficiëntie als kosten betreft. Het is dan ook geen toeval dat we voor deze locatie kozen, waar onze onderzoekshal gevestigd is en ons R&D-team praktijktesten uitvoert.”
De RWZI Aartselaar loost het gezuiverde afvalwater in de Grote Struisbeek. Het water in die beek bestaat voor maar liefst 50% uit het gezuiverde afvalwater van de RWZI. Om een zicht te krijgen op het effect van de quaternaire zuivering op deze waterloop, voert de Vlaamse Milieumaatschappij een grote monitoringcampagne uit en onderzoekt ze de evolutie van de waterkwaliteit. Bernard De Potter, administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij: “Door slim te meten maken we zichtbaar hoe nazuivering het afvalwater zuivert van micropolluenten en zo de ecotoxicologische impact op de waterloop verkleint.”
Tot slot brengt een extra zuiveringsstap ook hergebruik van gezuiverd afvalwater een stap dichterbij, gezien de hogere waterkwaliteit. In een waterschaarse regio als Vlaanderen heeft gezuiverd afvalwater namelijk veel potentieel als stabiele alternatieve waterbron.





.jpg)
Over Aquafin
Aquafin zorgt voor de uitbouw, het beheer en de prefinanciering van de bovenlokale waterzuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen. We vangen het water uit de bovenlokale riolen op in grote collectoren en behandelen het op 330 zuiveringsinstallaties. Met gerecupereerde energie en grondstoffen werken we mee aan een toekomstbestendig Vlaanderen. In samenwerking met gemeentelijke rioolbeheerders bieden we een deskundig rioolbeheer aan steden en gemeenten en geven we ruimte aan regenwater. We zoeken verbinding met uiteenlopende partners en stimuleren innovatie in de sector. www.aquafin.be
Anja De Wit